, [], Rob Bradshaw in BiblicalStudies.org.uk, The Goël in Ruth 4:14, 15
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeiden de vrouwen tot Naomi: [31]Geloofd zij de HEERE, [32]Die niet heeft nagelaten u heden een [33]losser te geven; en zijn naam worde [34]vermaard in Israel! 31. Hebreeuws, gezegend. 32. Hebreeuws, die u heden niet heeft doen ophouden een losser. 33. Versta, den zoon van Ruth, die in zijns vaders Machlons [die Naomi's zoon geweest was] plaats, als erfgenaam zou treden, gelijk uit het vervolg is af te nemen. Anderen verstaan het van Boaz. 34. Hebreeuws, uitgeroepen, of genoemd. Vergelijk boven, vs.11.